1
Salvator
4.497 kg
La2 (A°)
1,921 m
1,510 m
Causard-Slégers,
Tellin, 1904
2
Eligius
3.288 kg
Si2 (B°)
1,711 m
1,360 m
Adrien Causard,
Tellin, 1869
3
Maria
1.970 kg
do#3 (cis1)
1,461 m
1,360 m
Petitfour
Arbot (F)/Brugge, 1847
4
Johannes
~500 kg?
la3 (a1)
0,910 m
0,710 m
Marcel Michiels Jr.,
De Sint-Salvatorskerk was
in de middeleeuwen één van de belangrijkste kerken in
het centrum van de stad. In een akte uit 1396 wordt het woord 'beijaerden'
vermeld voor een feestdag. In de kerkrekeningen vanaf 1481 tot 1573
wordt het hergieten van bestaande klokken vermeld.
Voor 1573 zou de kerk een
tiental klokken gehad hebben. Er waren vijf zware klokken: Salvator,
Elooi, Johannes, Jacob en Krispijn. Naast deze vijf klokken waren er
nog vijf andere klokken: Maria en vermoedelijk vier kleinere. In 1573
werden de Mariaklok en drie kleinere klokken aan de gieter Marc le Ser
ter beschikking gesteld om nieuwe klokken te gieten. Op 3 april van
1573 goot Marc le Ser de klokken: Maria (3.222 pond), Petrus (1.000
pond), Paulus (928 pond), Cecilia (698 pond) en zeven appeelkens. De
twee zwaarste wogen samen 672 pond , de vier volgende 514 pond en de
kleinste 50 pond. Het kleinste klokje werd door de gieter aan de kerk
geschonken. De elf nieuwe klokken moesten in harmonie zijn met de vijf
zware luidklokken. In 1573 zou de toren van de Sint-Salvatorskerk bijgevolg
ongeveer 17 klokken bevat hebben. (1)
Enkele jaren na het gieten
van de nieuwe klokken door Marc le Ser namen de calvinisten in Brugge
de macht over. In 1578 was de Sint-Salvatorskerk verplicht om een deel
van haar klokken in te leveren. Wel werden er in 1580 herstellingwerken
uitgevoerd aan de grootste klok, Sint-Elooi. De klok kreeg twee nieuwe
ringen, de klepel werd hersteld, er werd een nieuwe leren riem voor
de klepel gemaakt en de luidas werd versterkt met ijzerwerk. (2)
In 1622 giet Gregorius van
Halle vier nieuwe klokken. De eerste klok kwam overeen met de toon ré,
de drie andere met de tonen mi, fa en la. De tonen sol en ut (do) kwamen
overeen met de bestaande klokken Johannes en Elooi.
In de 17de eeuw worden een
aantal klokken gegoten of hergoten zoals blijkt uit het klokkenbestand
van voor 1839.
Nr
Naam
Gewicht (pond)
Gietjaar
1
Elooi
11.539 pond
1719
2
Salvator
9.310 pond
1669
3
Maria
6.700 pond
1661
4
Johannes
3.660 pond
1669
5
?
700 pond
1669
Uit deze tabel blijkt dat
de luidklokken van de Sint-Salvatorskathedraal niet opgeëist werden
tijdens de Franse Revolutie. Wel moesten de klokken regelmatig luiden
om de overwinningen van de Franse republiek op te luisteren. Zo moest
de kathedraal in de eerste zes maanden van 1794 een bedrag van 48 pond,
2 schellingen en 8 grooten betalen aan de klokkenluiders. (3)
De
brand van 1839 en het gieten van de nieuwe klokken
Op 19 juli 1839 woedde er
een grote brand in de Sint-Salvatorskathedraal. De vijf toenmalige klokken
vielen naar beneden en smolten in de vuurzee. Nog in hetzelfde jaar
goot Guillaume Dumery een kleine klok ter vervanging van dit gelui.
(4) Deze klok werd boven de noordelijke kruisbeuk gehangen in afwachten
van het herstel van de toren. (5) Deze klok bevindt zich momenteel in
het koor. Na het bouwen van de nieuwe torenbekroning richtte de kerkfabriek
zich op het gieten van nieuwe klokken. De weduwe van Guillaume Dumery
ging niet in op de aanbesteding en weigerde haar gieterij ter beschikking
te stellen. Vervolgens contacteerde men Andreas-Lodewijk van Aerschodt
uit Leuven. Maar omdat men wou dat de klokken ter plaatse gegoten werden,
ging deze gieter niet op het aanbod in. Van Aerschodt wou de klokken
enkel in zijn gieterij in Leuven gieten. Slechts twee klokkengieters
bleven over. Drouot uit Doornik en Petitfour uit Arbot (Haute-Marne)
die als laagste bieder de opdracht kreeg. Als opzichter van het hele
werk had de kerkfabriek L. Chicot uit Caen aangesteld die men in Doornik
had leren kennen. (6)
Op 29 oktober 1847 werden
er op het Sint-Salvatorskerkhof naast de kathedraal drie nieuwe klokken
gegoten door Paul-François Petitfour. De bourdon Salvator woog
3.802 kg, de Eligius 2.737 kg en de Mariaklok 1.970 kg. Een vierde klok,
Johannes, van ongeveer 400 kilogram werd op 22 november gegoten door
dezelfde gieter. Deze vier klokken werden op 23 november gewijd door
de bisschop van Brugge Mgr. François-René Boussen. Eind
1847 hingen er dus vijf klokken in de toren: het driegelui bestaande
uit de Salvator, Elooi en Maria en de twee kleine klokken die de namen
Johannes en Willem kregen. (7)
Opschriften
van de klokken uit 1847 (8)
De grootste klok kreeg de
naam Salvator (3.802 kg) en had als peter de Brugse bisschop Mgr. François-René
Boussen en als meter de barones Gillès-De Pelichy. De klok droeg
als opschrift:
ANNO A REDEMPTO MUNDO MDCCCXLVII,
AB INCENDIO CATH. BRUG. IX, AES HOC CONSECRAVIT ILL. D.D. FRANC. REN.
BOUSSEN XVIII EPPUS ATQUE ILLI UNA CUM PRAEN. D. MARIA JOSEPHA BARONISSA
GILLES-DE PELICHY, NOMEN IMPOSUIT SALVATORIS. AEDITUIS D.D.C. VAN BESELAERE
PAST. ET CAN. F. DE GENELLIS PRAES. J. LOUWAGE. L. RYELANDT-VAN NAEMEN,
H. VAN MERRIS, CAN. B. ROELS EQUITE ORD. LEOPOLDI. J. O. ANDRIES, CAN.
EQUITE ORD. LEOP. ET S. GREGORII. F. JOORIS-DE VOS. A. VERSTRAETE-ISERBYT
DIRIGENTE L. CHICOT, CADOMENSI, FUDERUNT BRUGIS PETITFOURT FRATRES EX
ARBOT (GALLIA).
De tweede klok kreeg de
naam Eligius en had als peter baron De Pelichy-Van-Huerne en als meter
douairière Van Tieghem. De klok droeg als opschrift:
ANNO A REDEMPTO MUNDO MDCCCXLVII,
AB INCENDIO CATH. BRUG. IX, AES HOC CONSECRAVIT ILL. D.D. FRANC. REN.
BOUSSEN XVIII EPPUS, ATQUE NOMEN IMPOSUERE ELIGII PRAEN. D. JOANNES
DE PELICHY-VAN-HUERNE, COMITIORUM BELGII SENATOR, CIVITATIS PRAETOR
AC EQUES ORD. LEOP. AC ALIORUM ORD. ET PRAEN. D. EUGENIA-MARIA VAN TIEGHEM-SOENENS
; AEDITUIS D.D.C. VAN BESELAERE PAST. ET CAN. F. DE GENELLIS PRAES.
J. LOUWAGE. L. RYELANDT-VAN NAEMEN, H. VAN MERRIS, CAN. B. ROELS EQUITE
ORD. LEOPOLDI. J. O. ANDRIES, CAN. EQUITE ORD. LEOP. ET S. GREGORII.
F. JOORIS-DE VOS. A. VERSTRAETE-ISERBYT DIRIGENTE L. CHICOT, CADOMENSI,
FUDERUNT BRUGIS PETITFOURT FRATRES EX ARBOT (GALLIA).
De derde klok heeft de naam
Maria. Deze klok hangt nog steeds in de toren. Peter van de klok is
Mr. De Genellis en de meter is Mevr. Ryelandt-Van Naemen. De klok draagt
volgend opschrift:
ANNO A REDEMPTO MUNDO MDCCCXLVII,
AB INCENDIO CATH. BRUG. IX, AES HOC CONSECRAVIT III. D.D. FRANC. REN.
BOUSSEN XVIII EPPUS ; ATQUE NOMEN ILLI IMPOSUERE MARIA PRAEN. D. F.
DE GENELLIS DE CLEYHEMER ET D. ROSALIA VAN NAEMEN CONJ. D.L. RYELANDT
; AEDITUIS D.D.C. VAN BESELAERE PAST. ET CAN. F. DE GENELLIS PRAES.
J. LOUWAGE. L. RYELANDT-VAN NAEMEN, H. VAN MERRIS, CAN. B. ROELS EQUITE
ORD. LEOPOLDI. J. O. ANDRIES, CAN. EQUITE ORD. LEOP. ET S. GREGORII.
F. JOORIS-DE VOS. A. VERSTRAETE-ISERBYT DIRIGENTE L. CHICOT, CADOMENSI,
FUDERUNT BRUGIS PETITFOURT FRATRES EX ARBOT (GALLIA).
De vierde klok kreeg de
naam Johannes. De klok had als peter de toenmalige pastoor Van Beselaere
en als meter Mevr. Joos de ter Beerst.
JOANNES EST NOMEN MEUM.
PATRINUM HABUI REV. ADM. DOM. CAR. VAN BESELAERE PASTOREM ET CAN. CATHEDRALIS
HUJUS ECCLESIAE , MATRINAM PRAEN. DOM. THERESIAM JOOS-IMBERT. ME CONSECRAVIT
ILL. D.D. FRANCISCUS RENATUS BOUSSEN XVIII EPPUS. ANNO A CHRISTO NATO
MDCCCXLVII, AB INCENDIO HUJUS CATHED. IX.
EGO VOX CLAMANTIS.
PARATE VIAM DOMINI.
DIRIGENTE L. CHICOT, CADOMENSI, FUDERUNT BRUGIS PETITFOURT FRATRES EX
ARBOT (GALLIA).
Verdere
geschiedenis van het gelui uit 1847 (9)
Van de vier klokken uit
1847 is enkel de Mariaklok tot op vandaag bewaard gebleven. De klokken
Salvator en Eligius werden hergoten, de klok Johannes werd vernield
tijdens de opeisingen in de oorlog.
Na 7 jaar dienst, in 1854,
barstte de Eligiusklok. Deze klok werd in hetzelfde jaar hergoten door
Petitfour. Eligius zou het slechts 15 jaar uithouden want op 12 juni
1869 barstte de klok opnieuw. Ditmaal werd de klok hergoten door Adrien
Causard uit Tellin. De huidige Eligiusklok werd op 4 november 1869 gewijd,
weegt 3.288 kg en heeft als toon Si2 (B°).
Eind juni 1895 barstte de
bourdon Salvator van Petitfour tijdens het luiden voor het feest van
het Heilig Hart. Om kwart voor acht 's morgens merkten de klokkenluiders
dat de klok opeens dof klonk. Na controle bleek dat de Salvator een
barst van 50 centimeter had. Deze barst werd door Charles Teirlinck
gelapt. (10) De herstelde bourdon hield het niet lang uit want in september
1896 vertoonde de Salvator een nieuwe scheur, net boven de plek waar
ze twee maanden voordien gebarsten was. (11) De klok bleef 8 jaar stil
in de toren hangen. In 1904 werd ze door Causard-Slégers uit
Tellin hergoten. De Salvator weegt 4.497 kg en heeft als toon La2 (A°).
In de Tweede Wereldoorlog
liepen de luidklokken opnieuw gevaar. Alle klokken van de Sint-Salvatorskathedraal
dateren uit de 19de eeuw en kwamen dus in aanmerking voor opeising.
De klokken Maria en Johannes werden in 1943/1944 uit de toren gehaald
en opgeëist. De Mariaklok overleefde de oorlog en werd opnieuw
in de toren gehangen. De Johannesklok werd vernield en pas in 1961 vervangen
door een nieuwe klok van Marcel Michiels Jr. uit Doornik. (12) Wat er
met de twee bourdons tijdens de Tweede Wereldoorlog gebeurde is mij
voorlopig onbekend.
Opschriften
van de huidige klokken in de toren (13)
Salvator.
ME FUSAM ANNO A CHRISTO
NATO MDCCCXLVII IN HONOREM SANCTISSIMI SALVATORIS REFUDIT ANNO AB INCARNATIONE
MCMIV IN HONOREM EIUS - DEM CHRISTI SALVATORIS ADRIANUS CAUSARD IN TELLIN
/ LUXEMBURGI BELGICI EPISCOPANTO GUSTAVO JOSEPHO WAFFELAERT EPISCOPO
BRUGENSI XXII PAROCHO SSMI SALVATORIS EDMUNDO CANONICO VAN LEDE / PATRINUS
FUIT HONORATISSIMUS VIR AEMLILIUS HALLEUX RYELANDT ORDINIS PIANI CENTURIO
AEDITUORUM HUIUS ECCLESIAE PRAESES / MATRINA VERO PRAENOBILIS DOMINA
NATALIA COMITISSA VAN DEN STEEN DE JEHAY CONIUX PRAENOBILIS VIRI AMADAEI
COMITIS VISART DE BOCARME HUIUS CIVITATIS BURGIMAGISTRI.
LAUDO CHRISTUM SALVATOREM / ADVOCATUM ET TUTOREM / BRUGENSIS ECCLESIAE
/ VOCEM MEAM VOS AUDITE / SUPPLICANTES ADVENITE / SALVATORIS INCOLAE
/ ET VOS DUCAT DUX SECURUS / QUO VOS TENDITIS FUTURUS / PRAEMIUM LUX
GLORIAE.
Eligius.
HANC CAMPANAM AN 1854 FUSAM
ET OB NUPERAM RIMAM ANNO 1869 REFUSAM CONSECRAVIT REVMUS D. JOANNES
JOSEPHUS FAICT XX EPIS BRUG. / NOMEN IMPOSUERE ELIGII D. EUGENIUS VERMEIRE
ADVOCATUS ET PROEN. ALIX RAPAERT DE GRASS NATA FOUGEROUX DE CAMPIGNEULLES.
OEDITVIS DD. A. WEMAER / L. BRUNEEL P. LEURIDAN PAROCH. J.O. ANDRIES
J.B. RYCKEWAERT. P. MAES A. VERSTRAETE, C. VERCAUTEREN, L. DE LEYN ET
C. MUULS.
Maria.
ANNO A REDEMPTO MUNDO MDCCCXLVII,
AB INCENDIO CATH. BRUG. IX, AES HOC CONSECRAVIT III. D.D. FRANC. REN.
BOUSSEN XVIII EPPUS ; ATQUE NOMEN ILLI IMPOSUERE MARIA PRAEN. D.
F. DE GENELLIS DE CLEYHEMER ET D. ROSALIA VAN NAEMEN CONJ. D.L. RYELANDT
; AEDITUIS D.D.C. VAN BESELAERE PAST. ET CAN. F. DE GENELLIS PRAES.
J. LOUWAGE. L. RYELANDT-VAN NAEMEN, H. VAN MERRIS, CAN. B. ROELS EQUITE
ORD. LEOPOLDI. J. O. ANDRIES, CAN. EQUITE ORD. LEOP. ET S. GREGORII.
F. JOORIS-DE VOS. A. VERSTRAETE-ISERBYT
DIRIGENTE L. CHICOT, CADOMENSI, FUDERUNT BRUGIS PETITFOURT FRATRES EX
ARBOT (GALLIA).
Johannes.
1961 ME FUDIT MICHIELS JR
TORNACI
ONTVOERD ----AFB JOHANNES----
HERBOREN
-----IN ------IN
----1944 --1961
IOANNES IS MIJN NAAM
IK BEN DE STEM DIE ROEPT
BEREIDT DE WEG VAN DE HEER.
Situering
in de toren
De klokken Maria, Salvator
en Eligius hangen naast elkaar in een houten klokkenstoel. De klok Johannes
hangt apart in een klein vak voor Salvator. De Mariaklok hangt aan de
westzijde van de toren, de Eligiusklok hangt aan de oostzijde.
2. Eligius
3. Maria
4. Johannes
Voetnoot
(1) VERSCHELDE, KAREL. (1863). De kathedrale van Sint-Salvator te Brugge.
Geschiedkundige beschryving. Brugge: drukkerij Edward Gailliard.
(2) COUDEVILLE, CHARLOTTE. (2003-2004). Het cultureel beleid te Brugge
tijdens het Calvinistisch Bewind (1578-1584). Universiteit Gent.
(3) VERSCHELDE, KAREL. (1863). De kathedrale van Sint-Salvator te Brugge.
Geschiedkundige beschryving. Brugge: drukkerij Edward Gailliard.
(4) DEVLIEGHER, LUC. (1981). De Sint-Salvatorskathedraal te Brugge:
geschiedenis en architectuur. Tielt: Lannoo.
(5) VERSCHELDE, KAREL. (1863). De kathedrale van Sint-Salvator te Brugge.
Geschiedkundige beschryving. Brugge: drukkerij Edward Gailliard.
(6) DEVLIEGHER, LUC. (1981). De Sint-Salvatorskathedraal te Brugge:
geschiedenis en architectuur. Tielt: Lannoo.
(7) (1847). Annales de la société d'émulation pour
l'étude de l'histoire et les antiquités de la Flandre.
Brugge : Vandecasteele-Werbrouck.
(8) (1847). Annales de la société d'émulation pour
l'étude de l'histoire et les antiquités de la Flandre.
Brugge : Vandecasteele-Werbrouck.
(9) DEVLIEGHER, LUC. (1979). Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen. De
Sint-Salvatorskathedraal te Brugge: inventaris. Tielt: Lannoo.
(10) DE LILLE. (1895). 't Getrouwe Maldeghem
(11) DE LILLE. (1896)
(12) DEVLIEGHER, LUC. (1979). Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen.
De Sint-Salvatorskathedraal te Brugge: inventaris. Tielt: Lannoo.
(13) DEVLIEGHER, LUC. (1979). Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen.
De Sint-Salvatorskathedraal te Brugge: inventaris. Tielt: Lannoo.
Bibliografie
- Annales de la société
d'émulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités
de la Frandre. Tome V, 2ème série, 1847. PP 153-156.
- Annales de l'académie royale d'archéologie de Belgique,
Antwerpen. J.E. Buschmann, 1905. P 525.
- De kathedrale van Sint-Salvator te Brugge : geschiedkundige beschryving,
Karel Verschelde. 1803. PP 21-23, P 139, PP 189-191.
- Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, De Sint-Salvatorskatedraal te
Brugge inventaris, Luc Devliegher. 1979.
- De Sint-Salvatorskatedraal te Brugge: geschiedenis en architektuur,
Luc Devliegher. 1981.
La cathédrale apparait peu à peu dans la ville.
Sa tour majestueuse se voit de loin
Elle exerce une fascination sur les regards.
Au pied, elle se révèle être un immense édifice
de brique jaune.
Sa hauteur avoisine les 80 mètres.
Voici la vue la plus connue de la cathédrale.
La nef est épurée mais somptueuse.
Le choeur.
La croisée.
Le chevet et les chapelles d'adoration.
L'intérieur de la tour, depuis le bas.
A l'intérieur, c'est une architecture du plus original.
La grande tour, vide, possède de très beaux volumes ajourés.
On approche peu à peu la salle des cloches.
Vue panoramique sur Brugge (Bruges).
La croisée.
Le beffroi / Belfort.
L'église Notre-Dame / Onze-Lieve-Vrouwekerk.