Accueil - Urbex minier - Cloches et clochers - Ardèche insolite - Paysages sonores - Contact & achat - Politique de confidentialité

Urbex - Le château de Mesen

Voici une visite urbex de l'ancien château de Mesen, situé dans la commune de Lede, près de Aalst. Ce documentaire date de 2004.

L'ancien château de Mesen à Lede a une histoire complexe, marquée par des transformations et finalement une fin tragique. Construit au XVIIe siècle pour la noblesse, il a connu une existence tout autre au fil du temps.

Après avoir été une résidence aristocratique, le château a été converti en centre d'activités industrielles après la Révolution française, accueillant tour à tour une distillerie, une raffinerie et d'autres usines. Ce n'est qu'à la fin du XIXe siècle qu'il a retrouvé une vocation éducative, en devenant un pensionnat pour jeunes filles géré par des religieuses. Cette période est cruciale, car elle a vu l'ajout d'une nouvelle aile et d'une chapelle qui ont donné au bâtiment son allure finale. Après la Première Guerre mondiale, il s'est transformé en un pensionnat élitiste francophone, accueillant l'aristocratie belge.

Le déclin a commencé en 1970 avec sa fermeture, en raison de l'évolution de la législation linguistique en Belgique. Le château est alors tombé à l'abandon, devenant la propriété du ministère de la Défense. Malgré une brève tentative de classement au patrimoine, il a continué à se dégrader, attirant de nombreux explorateurs urbains qui ont immortalisé ses couloirs et ses salles envahies par la végétation. Au cours de cette période impliquant les premiers ravages dus à l'urbex, le lieu connaît un vandalisme forcené, menant à sa ruine.

Finalement, malgré les efforts de certaines associations pour le sauver, son état de délabrement avancé a conduit à sa démolition en 2010. Le château de Mesen, qui a traversé des siècles en tant que résidence, usine, puis école, a ainsi disparu pour de bon, ne laissant derrière lui que des souvenirs et des photographies.

Nous commençons l'exploration par les étages, c'est en très mauvais état. Il y a une paire de planchers qui ont légèrement envie d'aller voir comment ça se passe plus bas. C'est un paysage souvent chaotique, les murs sont fracturés, les planchers sont dans un état de pourriture extrême.

Juste après les étages, nous allons visiter une première partie des sous-sols, plutôt vastes et assez intéressants. Il reste des vieux objets (du genre repasseuse ou vieille machine à laver modèle années 60), on trouve aussi dans une des caves du linge étendu depuis 30 ans. Ce sont des sacs de toile de jute, mais ça fait comme du linge. Là où ça commence à dévier, c'est quand une porte arrive soudainement dans une des coursives comme un colis postal. Elle vient nous dire bonjour par la voie aérienne.

Ce sont de jeunes crétins échappés de l'asile psychiatrique qui sont en train de tout casser. Ils lancent des briques dans les fenêtres, fracassent tout ce qu'ils peuvent avec des bouts de bois et peut-être de fer. Ces pauvres cons se sont mis dans l'idée de nous faire chier et cela aura pourri la visite. Ils sont nombreux et ils nous suivent, ils font leurs conneries dans le dos, ils n'ont aucun courage. Rien à redire là-dessus, ce fut pénible et dangereux.

Le château comporte une vaste chapelle. De cette dimension là, je parlerais plutôt d'église. Les vitraux ne sont pratiquement pas cassés et on se demande vraiment pourquoi. Ca tient du miracle. Au bout de deux heures, nous avons pratiquement terminé la visite. On termineen se promenant dans les jardins, afin de rejoindre un dernier bloc de bâtiment. Le jardin est comparable à une jungle.

Il est difficile de comprendre comment un tel manoir a pu être laissé à l'abandon. Face à la dégradation avancée du bâtiment, jugé trop dangereux et coûteux à restaurer, la décision a été prise de le raser. Les premières phases ont impliqué la démolition de la chapelle et d'une aile adjacente, des parties importantes du complexe qui avaient été ajoutées lors de la conversion du château en pensionnat. Le manque de soutien suffisant de la population locale pour les pétitions et les initiatives de sauvegarde a malheureusement scellé le sort du bâtiment.

Au fil du temps, le reste des structures du château a été systématiquement détruit. En 2015, les démolisseurs étaient toujours à l'œuvre. Le processus a laissé le site complètement vide, à l'exception de quelques vestiges. Une petite partie de la façade principale a été nettoyée et stabilisée, et est désormais visible dans un parc public, à côté des fondations d'une autre aile, comme pour préserver une mémoire fragmentée de cet édifice autrefois majestueux. Un gâchis à la Belge, on a l'habitude.

Le bâtiment avait une forme de U. L'un des blocs est constitué d'une chapelle massive, presque une église.

Hier is een stadsverkenningstocht door het voormalige Kasteel van Mesen, gelegen in de gemeente Lede, vlakbij Aalst. Deze documentaire dateert uit 2004.

Het voormalige Kasteel van Mesen in Lede heeft een complexe geschiedenis, getekend door transformaties en uiteindelijk een tragisch einde. Gebouwd in de 17e eeuw voor de adel, heeft het in de loop der tijd een heel ander bestaan gekend.

Na dienst te hebben gedaan als aristocratische residentie, werd het kasteel na de Franse Revolutie omgebouwd tot een centrum van industriële activiteit, met een distilleerderij, een raffinaderij en andere fabrieken. Pas aan het einde van de 19e eeuw kreeg het zijn educatieve functie terug en werd het een internaat voor meisjes, geleid door nonnen. Deze periode is cruciaal, omdat er een nieuwe vleugel en een kapel werden toegevoegd, die het gebouw zijn definitieve uiterlijk gaven. Na de Eerste Wereldoorlog werd het een elitaire Franstalige kostschool, waar de Belgische aristocratie welkom was.

Het verval van het kasteel begon in 1970 met de sluiting ervan, vanwege wijzigingen in de taalwetgeving in België. Het kasteel raakte vervolgens in verval en werd eigendom van het Ministerie van Defensie. Ondanks een korte poging tot monumentenzorg bleef het in verval raken, wat talloze stadsverkenners aantrok die de gangen en overwoekerde kamers vereeuwigden. In deze periode, die de eerste verwoestingen van de stadsverkenning met zich meebracht, werd het terrein geteisterd door wijdverbreid vandalisme, wat leidde tot zijn ondergang.

Uiteindelijk, ondanks de pogingen van bepaalde verenigingen om het te redden, leidde de vergevorderde staat van verval tot de sloop ervan in 2010. Kasteel Mesen, dat eeuwenlang dienst had gedaan als woonhuis, fabriek en vervolgens school, verdween zo definitief en liet alleen herinneringen en foto's achter.

We beginnen onze verkenning boven; het verkeert in zeer slechte staat. Er zijn een paar verdiepingen die enigszins uitnodigend zijn om te zien wat er beneden gebeurt. Het is een vaak chaotisch landschap; de muren zijn gebroken, de vloeren verkeren in extreme staat van verval.

Net voorbij de bovenste verdiepingen bezoeken we het eerste deel van de kelders, die vrij groot en interessant zijn. Er staan nog wat oude spullen (zoals een strijkijzer of een oude wasmachine uit de jaren 60), en in een van de kelders vinden we ook wasgoed dat er al 30 jaar hangt. Het zijn jutezakken, maar ze zien eruit als wasgoed. Waar het misgaat, is wanneer er plotseling een deur in een van de gangen verschijnt, als een postpakket. Hij komt je groeten via de lucht.

Dit zijn jonge idioten, ontsnapt uit een psychiatrische inrichting, die alles kapotmaken. Ze gooien stenen naar de ramen en slaan alles kapot wat ze kunnen met stukken hout en misschien ijzer. Deze arme stakkers hebben het in hun hoofd gehaald om ons kwaad te maken, en dat heeft het bezoek verpest. Er zijn er veel, en ze volgen ons, ze doen hun domme dingen achter onze rug om, ze hebben geen moed. Niets om over te klagen, het was pijnlijk en gevaarlijk.

Het kasteel heeft een enorme kapel. Met deze omvang zou ik het eerder een kerk noemen. De glas-in-loodramen zijn praktisch onbeschadigd, en je vraagt je echt af waarom. Het is een wonder. Na twee uur hebben we de rondleiding praktisch voltooid. We sluiten af met een wandeling door de tuinen, richting het laatste blok gebouwen. De tuin is vergelijkbaar met een jungle.

Het is moeilijk te begrijpen hoe zo'n landhuis verlaten kon zijn. Geconfronteerd met de toenemende achteruitgang van het gebouw, dat te gevaarlijk en te duur werd geacht om te restaureren, werd besloten het te slopen. De eerste fasen omvatten de sloop van de kapel en een aangrenzende vleugel, belangrijke delen van het complex die waren toegevoegd toen het kasteel werd omgebouwd tot internaat. Het gebrek aan voldoende steun van de lokale bevolking voor petities en initiatieven voor behoud bezegelde helaas het lot van het gebouw.

In de loop der tijd werden de resterende structuren van het kasteel systematisch verwoest. In 2015 waren de sloopploegen nog steeds bezig. Het proces liet de locatie volledig leeg achter, op een paar restanten na. Een klein deel van de voorgevel werd schoongemaakt en gestabiliseerd en is nu zichtbaar in een openbaar park, naast de funderingen van een andere vleugel, alsof het een gefragmenteerde herinnering aan dit ooit majestueuze gebouw wilde bewaren. Een Belgische chaos, zoals we gewend zijn.

Une vue entre les feuillages sur ce qui semblerait être une ancienne école.

La façade principale du château.

Voici un aspect typique des couloirs. Assez souvent, c'est un peu tombé.

Ici, on dirait vaguement qu'il manque un sol.

Et ici, une partie de toit ?

Cette pièce a été photographiée par Henk il y a quelques années. Pas mal de changements, surtout de la dégradation due aux planchers qui s'affaissent.

Dans beaucoup d'endroits, on trouve de belles moulures. Chaque détail a été fignolé. Il est vraiment dommage que tout cela soit livré au pillage.

Détail sur les portes, toutes portant de belles ornementations.

Dans les vastes caves, on trouve encore quelques machines originales et préservées.

Ici, serait-une lessiveuse ? Je ne sais identifier cet appareil.

Une petite berline originale, dont le fond est en bois.

Il semblerait que ce soit un ancien four à pain.

Une vue générale des caves, de nombreuses pièces en enfilade le long d'un couloir linéaire.

La pièce la plus connue de ce château, le fameux endroit où le linge sèche depuis trente ans.

Voici la fameuse chapelle. Elle a quand même une belle dimension. Malheureusement, des voleurs ont enlevé toutes les dalles du sol.

Comme le dit Henk, les vitraux sont encore entiers et on peine à comprendre comment cela peut être possible avec les tels vandales qui traînent là dedans.

La petite porte de sortie de l'église, donnant en plein dans la jungle.

Certains planchers ont vraiment souffert de l'humidité.

Détail sur l'ornementation des rambardes d'escaliers.

Ici, ce serait une ancienne salle de classe. La dernière table comme dernier témoin.

Les plantes ont vaguement envahi les escaliers. Il faudra juste faire un peu de ménage.

Plus une seule vitre entière. Quant aux portes, je n'en parle même pas.

Voici le fond de la nef. On remarquera la présence assez surprenante de chiens assis le long de la toiture de l'église, comme si auparavant, il existait un chemin de ronde en hauteur.

Dans la dernière partie du château, c'est vraiment dans un état proche de la défonce totale.

ACCUEIL